menu
Word Lid
Onbeschofteriken

Wij ontvingen onlangs van een gemeentenaar volgend schrijven:

Geachte,

Ik ben geen lid van uw partij en ik zal het wellicht nooit worden, maar dit terzijde. Bij het op zoek gaan naar een nieuwe auto in de merkgarages aan de Leuvensesteenweg te Sint-Stevens-Woluwe en Zaventem werd ik elke keer aangesproken in het Frans. En dit in een Vlaamse gemeente. Ik vind dit echt niet kunnen. Ik besef wel dat de verkopers hun Franstalige klanten willen verder helpen in het Frans. Dit vanuit een commercieel oogpunt. Maar automatisch aangesproken worden in de taal die niet de voertaal is, vind ik echt niet kunnen. Ik weet dat heel veel Vlamingen mijn mening zullen delen…

Onze correspondent heeft natuurlijk gelijk. We weten dat het probleem ruimer is en zich niet tot garagebedrijven beperkt. Men heeft afschuwelijke lintbebouwing voor bedrijven toegestaan van de grens van Brussel tot einde Nossegem. Al die grootwinkelbedrijven richten zich niet (alleen) op Zaventem en Vlaams-Brabant maar hun doelpubliek situeert zich vooral in “le très grand Bruxelles”. De Leuvensesteenweg ligt in het verlengde van Brussel en de bedrijven kunnen makkelijke parking en ruime winkelruimte aan hun klanten aanbieden. Zij respecteren het principe dat de voertaal in Vlaanderen Nederlands is, niet. Actievoerders zijn al meermaals moeten optreden omdat die bedrijven extern tweetalige opschriften en reclame aanbrengen. In veel verkoopsruimtes heerst de facto tweetaligheid. De verkopers/winkelbedienden/kaders zijn veelal +- tweetalige Brusselaars met het Frans als voertaal. Opvallend is dat veel van die personen geen enkel geografisch of politiek benul hebben. Voor hen is Zaventem gewoon de voortzetting van Brussel en behoort het tot het Brussels Gewest. Zij zijn -soms onbewust- adepten en promotoren van het FDF-Défi hersenspinsel van de “Brusselse metropolitaine regio” die zich bijna tot Leuven, Mechelen en Ninove zou uitstrekken. Zij hebben niet het minste begrip en respect voor de taal, cultuur en wetten van het Vlaams gewest waarin ze werkzaam zijn. Voor hen is het inderdaad een automatisme om potentiële klanten in het Frans aan te spreken. Het zijn franskiljonse onbeschofteriken… Wettelijk is er weinig of niets te doen aan dergelijke toestanden. Ze doen zich voor op privé terrein, bij privé bedrijven. Vanaf het ogenblik dat de bedrijven zich in Zaventem vestigden, had men hen duidelijke aanbevelingen, informatie en consignes moeten geven wat taalgebruik betreft. Maar hier zijn Vlaams gewest, provincie en gemeente schromelijk tekort geschoten. “Vrijheid van ondernemen”, weet u wel. Mits wil en inzet hadden vermelde organen hun moreel gezag en prestige kunnen aanwenden en laten gelden om te eisen dat het Nederlands overal duidelijk zou primeren. Maar dat is niet gebeurd. Als men in actie komt bestaat wel degelijk de mogelijkheid op resultaat. Denken we aan Ikea Zaventem en enkele acties van de vorige schepen van Vlaamse zaken. Maar wie hier vooral in actie zou moeten schieten en het lokaal bestuur en andere gemeenten in de Rand tot actie zou moeten aanzetten, is minister Weyts die het beleidsveld “Vlaamse Rand” al jaren onder zijn bevoegdheid heeft. Maar van hem horen we niets…..

ONTVANG ONZE NIEUWSBRIEF